Risicofactoren voor hart- en/of vaatziekten zijn factoren die maken dat u een verhoogde kans heeft op vernauwing van de slagaderen (aderverkalking), angina pectoris (pijn op de borst), een hartinfarct of een beroerte.

Als u een erfelijke aanleg heeft voor het krijgen van hart- en/of vaatziekten dan kunt u die erfelijke aanleg niet veranderen. Maar risicofactoren zoals roken of hoge bloeddruk zijn wel te beïnvloeden. U kunt dus zelf iets doen om de kans op hart- en/of vaatziekten te verminderen.
Welke risicofactoren zijn er?
De belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn
- een hart- en vaatziekte hebben (gehad)
- diabetes mellitus (suikerziekte),
- reumatoïde artritis
- roken
- hoge bloeddruk
- een verhoogd cholesterolgehalte
- een vader, moeder, broer of zus die vóór de leeftijd van 60 jaar een hart- of vaatziekte heeft gekregen
- te weinig lichaamsbeweging
- overmatig alcoholgebruik,ongezonde voeding
- overgewicht
- stress
Het risico op hart- vaatziekten neemt toe met de leeftijd en is voor mannen groter dan voor vrouwen. Sommige factoren geven meer risico dan andere; samen versterken ze elkaar.